Applaus.
Zo nu en dan moet je op je werk een besluit nemen waarvan je op voorhand weet: hier gaan we minstens een jaar om uitgelachen worden, maar we gaan het toch doen. Zo’n moment had ik toen Dagblad de Pers in mei een besluit nam over de wijze waarop we een iPad- dan wel tablet-applicatie zouden gaan lanceren.
We hadden daar drie uitgangspunten bij:
1. De app moet volledig platform-onafhankelijk kunnen werken. Op de iPad, maar ook op Android-tablets, en liefst ook onder Windows 7. Een gratis medium heeft een massabereik nodig, en gezien de ontwikkeling van het marktaandeel van Apple versus met name Android op smartphones is alleen een app voor de iPad niet genoeg.
2. Zowel de app als de content die met die app beschikbaar komt moeten gratis zijn. Wat je in print weggeeft, kun je digitaal niet verkopen. In ieder geval niet zelf (zie ook verderop). Los van de ontwikkelkosten moet het budget dan ook minimaal zijn: niet of nauwelijks extra content bovenop wat De Pers al maakt, liefst geen aanvullende software en plug-ins om te kunnen publiceren, en geen of zo min mogelijk inzet van menskracht.
3. Distributie via de App Store en de Android Market is leuk, maar het moet ook zonder kunnen. Want anders lever je je distributie compleet over aan een externe partij, en die zal er altijd voor zorgen dat eventuele inkomsten (waar de eerste jaren toch al nauwelijks sprake van zal zijn) grotendeels in zijn zakken belanden.
Alleen Apple verdient
Voor De Pers zijn die problemen niet zodanig dat ze opwegen tegen de voordelen van een web app. Content verkopen doen we niet (behalve sinds kort via Pressreader, maar dat is omdat zij dat ondanks enig zeuren onzerzijds niet anders willen). Er zijn listen te verzinnen om in de App Store te komen, en het is niet erg als dat wat langer duurt: goede businessmodellen voor het uitgeven van tablet-applicaties zullen nog wel even op zich laten wachten, dus voorlopig laten we geen omzet liggen. En de technische en visuele beperkingen van een web app zijn er met een jaar of twee (zo tegen de tijd dus dat tablets in Nederland op grote schaal door gaan breken) wel uit. Dus op het moment dat de massa binnen bereik komt, hebben we de zaak op orde.
Rationele argumenten, lijkt me zo, maar de lachers zijn er niet mee te overtuigen. Binnen zes maanden na het op de markt komen van de iPad is er namelijk voor uitgevers een standaard-aanpak ontstaan, en daarvan afwijken is nu al not done.
Die standaardaanpak ziet er ongeveer als volgt uit. Men neme een duur bureau om een applicatie te ontwikkelen. Dat bureau maakt een prachtapplicatie, die vereist dat er fiks in software wordt geïnvesteerd. Voor die applicatie moet content op maat worden gemaakt waar geen budget voor is en waar al helemaal geen mensen voor zijn, en waarvan de kosten niet kunnen worden terugverdiend. Als er al iemand geld verdient aan de verkoop van de apps en de bijbehorende content, dan is dat Apple. De eerste resultaten zijn vervolgens commercieel zo teleurstellend dat bijvoorbeeld Android-apps maar even moeten wachten.
Ik chargeer misschien, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat uitgevers daarmee exact dezelfde fout maken als de muziekindustrie een paar jaar geleden. Uit angst om achter te blijven bij half begrepen digitale ontwikkelingen (ha, eindelijk een soort van internet-ding waarop we content kunnen verkopen!) investeren ze in nieuwe technologie waarmee ze zich uitleveren aan de distributie, sales en marketing van Apple, Google en misschien Microsoft. Alternatieve mogelijkheden van die technologie blijven onopgemerkt omdat ze nog niet helemaal uitontwikkeld zijn en omdat ze niet behoren tot de standaard praktijk.