Een paar jaar geleden zag ik ineens flitsen in mijn rechteroog. Ik snapte niet wat er gebeurde. De oogarts wel: netvliesloslating. Met een paar slim geplaatste laser-puntlasjes in mijn rechteroog werd het risico op volledige netvliesloslating bedwongen.
Enige tijd later staarde ik met alle verstand naar een verticale lijn in de muur: er zat een bobbel in. Tenminste, als ik ernaar keek wel. In het echt niet. Wederom wist de oogarts te vertellen waar dat door kwam: macula degeneratie. Dat houdt in dat precies op de plek waar het licht in je oog bij elkaar komt in de gele vlek (macula) er wildgroei van cellen optreedt en zich vochtophopingen vormen. Netto effect is dat ik met mijn rechteroog nu ongeveer dit zie wanneer ik je aankijk:
Best stom. Met behulp van injecties in mijn rechteroog wordt de vochtophoping bestreden, maar de oorzaak is voorlopig nog niet weg te nemen. Pappen en nathouden dus. En op basis van de ervaringen van oogartsen met deze materie is te voorspellen dat mijn linkeroog binnen een jaar of tien last van hetzelfde zou kunnen krijgen.
Gisteren zag ik ineens flitsen in mijn linkeroog. Ik kreeg zowat een hartverzakking. De oogarts bekeek het vandaag en zag nog geen scheuren of andere vormen van netvliesloslating.
Gelukkig. Maar het drukte me weer eens met mijn neus op de feiten: mijn ogen beginnen me in de steek te laten.
Niet zo verwonderlijk, overigens. Ik ben al vanaf mijn zevende flink bijziend. Dat belast mijn ogen onevenredig veel meer dan bij een niet bijziende persoon.
Omdat ik lenzen draag, en geen opvallende bril o.i.d., valt het de meeste mensen niet direct op dat mijn beeld van de wereld letterlijk aan het veranderen is. Het is een vreemde, bevreemdende en soms angstaanjagende gedachte dat ik er vanuit kan gaan dat ik al ruim voordat ik ‘oud’ ben, te kampen krijg met steeds slechter zicht.
Soms bedenk ik me dat het wellicht nog raarder is voor de mensen die ik tegenkom, die het niet aan me kunnen zien. Daarom dacht ik dat ik er maar eens over moest schrijven. Zodat zij het kunnen lezen. De (toekomstige) ironie daarvan ontgaat me niet…
Voor nu blijkt het maar weer eens superhandig dat een mens van veel zaken twee heeft. Met beide ogen open zie ik prima, en corrigeren mijn hersenen de afwijkingen goed. Maar voor later lijkt het me verstandig om nog beter te gaan luisteren.